Het gaat best goed met de journalistiek in de regio
Wat er landelijk ook geschreven wordt of de lokale politiek er ook van vindt
Beste lezer,
Welkom bij mijn nieuwsbrief Over Morgen. Een nieuwsbrief waarin ik iedere twee weken in ga op ontwikkelingen en innovatie in de regionale journalistiek.
Een van mijn docenten op de master journalistiek zei ooit: ,,Als er over jou geschreven wordt en je leest het, klopt het nooit helemaal.’’ Dat klopt inderdaad wel aardig. Toen ik tien jaar geleden een landelijke schrijfwedstrijd won, verhaspelde de lokale krant mijn naam.
De stelling gaat ook wel op, als je kijkt naar hoe landelijke media regelmatig over regionale journalistiek schrijven. In de regio is het bijna standaard kommer en kwel. Niemand meer bij de gemeenteraad, redacties waar alleen nog een geraamte van over is en de journalisten die nog over zijn, zijn zo overwerkt dat ze geen tijd meer hebben om dieper in een dossier te duiken.
Natuurlijk, regionaal hebben redacties een jasje uitgedaan. Maar wankelend op de rand van het ravijn? Nee, zo voel ik het niet. (Al zou je kunnen zeggen dat ik als journalist in de regio een kikker ben in een pan steeds heter wordend water.) Maar om dat optimisme te voelen, moet je wel weten waar je naar kijkt en begrijpen hoe de regionale journalistiek afgelopen jaren veranderd is.
Somber beeld uit de database
Wie dat gevoel met mij deelt is Corine de Vries, hoofdredacteur van het Noordhollands Dagblad. Zij klom in de pen naar aanleiding van een productie in NRC over de staat van de regionale media. Bij NRC hadden ze in een database geturfd hoevaak per gemeente een stuk verschenen was in kranten en op sites waarin zowel het woord ‘gemeenteraad’ stond als de gemeentenaam. Daaruit kon je concluderen dat het met de politieke verslaggeving in de gemeente Haarlemmermeer wel snor zit maar in de rest van het land het huilen met de pet op is.
Ik kreeg er een déjà vu van naar een stuk in de Volkskrant een paar jaar geleden. Die krant deed toen een zelfde soort onderzoek maar baseerde zich op LexisNexis, een database met voornamelijk artikelen uit betaalde kranten. Ook daaruit kwam, niet geheel verrassend, een somber beeld naar voren over journalistiek in de regio.
De Vries verwijst in haar ingezonden stuk ook nog naar een onderzoek dat de VARA Gids deed. Daar belde een verslaggever met verschillende gemeentes om te vragen of er nog wel eens een journalist bij de raadsvergadering kwam. Antwoord: bij de meeste raden zit te weinig pers. Conclusie: de lokale journalistiek verkeert in zorgelijke toestand.
Dat landelijk dat beeld bestaat, begrijpt De Vries wel, schrijft ze. ,,Waar komt dat frame vandaan? Deels uit het verleden: regionale en lokale media hebben turbulente tijden van bezuinigingen en krimp achter de rug. Maar die tijd ligt voor regionale kranten overal in Nederland in het verleden.’’
Niet meer altijd naar de gemeenteraad
De Vries heeft gelijk. Regionale media zitten weer in de lift. Maar ze zijn ook behoorlijk veranderd vergeleken met tien of twintig jaar terug. De bezuinigingen en krimp brachten namelijk ook een herbezinning mee bij veel redacties. Als je niet meer alles kunt doen omdat je met minder mensen bent, dan zul je keuzes moeten maken. En daardoor zitten er soms bij een gemeenteraad geen journalisten.
Die verlegde koers zit voor mijn gevoel bij veel lokale bestuurders en politici nog niet tussen de oren. (En blijkbaar ook niet bij journalisten in de landelijke media.) Zij verwachten nog altijd verslagen uit de gemeenteraad. Berichten over de voortgang in dossiers. Of, zoals de VARA Gids schrijft als onderbouwing voor hun onderzoek: ,,De raadsvergadering, toch de hartslag van de gemeente, leek ons de basis en een goede graadmeter van het gemeentelijke journalistieke werk.’’
Maar als je de staat van de journalistiek aan zulke kopij af wilt lezen, dan definieer je journalisten als niets anders dan veredelde notulisten die opschrijven wat er gebeurt maar geen enkele moeite doen om dat te duiden.
Als je kijkt met die blik, is het bovendien niet zo gek dat er gemeenten zijn die het hoofd van de afdeling communicatie ‘hoofdredacteur’ gaan noemen, de wethouder liever zelf door een woordvoerder laten interviewen of een tekstschrijver inhuren om verslag te doen van de zittingen van de gemeenteraad.
Maar hoe geïnformeerd is de burger als hij wel de mededelingen krijgt maar geen flauw benul heeft waar het over gaat en wat het voor hem betekent?
Alles ok dus?
Nee, natuurlijk niet. Lokaal en regionaal is er zeker nog een slag te winnen. Huis-aan-huis-bladen hebben het moeilijk en hun online concurrenten missen vaak diepgang. Daar gaat echt nog wel veel gebeuren en kan de overheid ook een rol spelen.
Want die rol, daar zoeken ze wel naar. Verschillende Stimuleringsfondsen van gemeentes en provincies zijn afgelopen jaren opgericht. Maar die schieten vaak hun doel voorbij omdat ze zich richten op heel specifieke producties en onderwerpen. Als lokale overheden echt willen helpen, gaan ze kijken waar ze kunnen investeren in het bereiken van doelgroepen die nu niet goed bediend worden. Dan gebeurt er echt iets voor de lokale democratie.
Vond je deze nieuwsbrief interessant? Abonneer je dan. En stuur hem vooral ook door! En wil je eens doorpraten over nieuwsgebruik of innovatie in de journalistiek? Laat het me vooral weten door deze mail te beantwoorden.
Dit was de dertiende editie van Over Morgen. De vorige edities gemist? Klik op de links hieronder om ze terug te lezen: