Met ChatGPT van Open AI is er weer een nieuwe doorbraak in generatieve AI die je nog weer meer laat denken over hoe deze technologie straks kan werken voor de journalistiek (vrees niet, ik heb deze nieuwsbrief zelf geschreven, daarom is hij ook een dag te laat). En tien jaar geleden keken we allemaal naar Buzzfeed en Vice als lichtende voorbeelden voor online journalistiek. Dat zijn ze nu niet meer. Maar wie dan wel?
AI schrijft best goede stukken. Vorige week lanceerde Open AI zijn nieuwste tool: ChatGPT. Wat in oktober nog toekomstmuziek leek, kan nu. ChatGPT schrijft op basis van prompts (door de gebruiker ingevoerde tekstopdrachten) zelf verhalen. Je kan het systeem bijvoorbeeld vragen om een stuk te schrijven in de stijl van Buzzfeed of de New York Times. Ik experimenteerde er afgelopen dagen een beetje mee en ben wel onder de indruk. Als je het simpele vragen stelt, krijg je best sterke resultaten. Zie bijvoorbeeld deze twee stukken die ik het algoritme liet schrijven over het koken van inktvis.
In de stijl van Buzzfeed:
En in de stijl van de New York Times:
Maar AI schrijft ook best belegen stukken.. Bovenstaande voorbeelden zijn in het Engels maar ChatGPT weet ook wel raad met Nederlands. Dan beginnen echter ook wel de tekortkomingen op te vallen. Het algoritme schrijft namelijk nogal belegen. In wat testjes met een fictief 112-bericht over een brand kwamen alle clichés wel voorbij. Veel van de stukken die je voorgeschoteld krijgt, voelen toch een beetje alsof ze geschreven zijn door een eerstejaars student communicatie. Dat geldt niet alleen voor ChatGPT maar bijvoorbeeld ook voor LEX, een tool die met behulp van AI bestaande teksten aan kan vullen. Nou staat deze technologie nog steeds in de kinderschoenen en wellicht dat hoe meer het gebruikt wordt hoe natuurlijker en origineler de teksten worden.
Zie hier een door Ai geschreven 112-bericht over een brand:…en ze zijn ook niet heel feitelijk. Bovendien zijn de stukken niet heel feitelijk. Ik vroeg ChatGPT bijvoorbeeld om een stukje te schrijven over een recent failliet gegaan staalbedrijf. In werkelijkheid werken daar twee mensen maar ChatGPT maakte een verhaal over een gigantische fabriek met 200 werknemers en verzon zelf een quote van een niet-bestaande directeur. En zoals je in het voorbeeld hierboven kunt zien, bedacht het algoritme zelf het tijdstip van de brand, kreeg brandweerman Jan Jansen promotie en werd hem ook nog een extra quote in de mond gelegd. Het is ook een van de grootste bezwaren tegen het grootschalig gebruik van deze technologie in de journalistiek. Want wat is nog feit en wat is fictie in door AI gegenereerde tekst?
De bionische journalist. Programma’s zoals ChatGPT gaan het werk van journalisten voorlopig nog niet overnemen. En waarschijnlijk gaan ze dat ook nooit helemaal doen want een aantal belangrijke eigenschappen voor een journalist zijn door AI niet te repliceren. Creativiteit en kritisch denken kan je niet vangen in software. Je kan het enkel nabootsen. In de toekomst zie ik daarom eerder een symbiose tussen de journalist en de techniek. AI kan namelijk wel heel veel werk uit handen nemen door bijvoorbeeld het schrijven deels over te nemen en je als journalist alleen nog hoeft bij te schaven. Een simpel 112-bericht schrijven, kost daardoor bijvoorbeeld veel minder moeite. Het voorbeeld van hierboven had ChatGPT in een paar seconden op papier staan. Als journalist hoef je het alleen nog maar te redigeren om het feitelijk te maken. De door het algoritme gegenereerde tekst kan ook als inspiratiebron dienen. Zo vroeg ik Lex een alinea aan te vullen over duurzame huizen die moeilijker te verkopen zijn (in werkelijkheid is het tegengestelde waar). Lex gaf me 100 woorden waarin het uiteenzette dat een duurzame woning voor een makelaar een grotere uitdaging is om te verkopen omdat hij ook verstand moet hebben van alle technieken die in de woning zijn toegepast. Zo had ik er nog niet tegenaan gekeken. Over de toepassingen van ChatGPT is afgelopen dagen behoorlijk veel geschreven. Zelf vond ik dit stuk van Alex Kantrowitz wel sterk.
Wie is de nieuwe Buzzfeed? Websites als Buzzfeed en Vice golden ooit als de grote beloften van de online journalistiek. Ze kenden ongekende hoogten door een uitgekiende strategie om via social media zoveel mogelijk publiek naar hun producties te trekken. Voor veel andere media waren ze het voorbeeld van een succesvolle digitale strategie. Maar ondertussen hebben de sterren van toen behoorlijk wat van hun glans verloren. Het roept de vraag op, wie zijn hun opvolgers? Simon Owens schreef er een interessante analyse over en komt uit bij Puck, een redelijk nieuwe publicatie die juist het tegenovergestelde doet van Buzzfeed en Vice. Puck publiceert maar een paar stukken per dag en heeft de eigen nieuwsbrief als belangrijkste middel om die verhalen bij het publiek te krijgen. Die omslag zie je breder in de media. Het gaat steeds minder om kwantiteit en meer om kwaliteit en een sterke band met je publiek. Maar wat Puck bijzonder maakt, is de rol van de journalist bij het medium. In de media is de relatie tussen werkgever en werknemer eigenlijk net zoals elders. De werknemers, journalisten, doen hun werk. De werkgever bedenkt hoe hij dat werk te gelde kan maken. Bij Puck zijn de journalisten echter partner in het bedrijf, zoals ook bij advocatenkantoren wel het geval is. Ze zijn er zelf verantwoordelijk voor dat de kurk blijft drijven maar profiteren er ook van als dat lukt. Puck heeft zich daarmee eigenlijk de creator economy eigen gemaakt, waarbij de grens tussen maker en uitgever veel meer vervaagd is. Het is een interessant model voor journalistieke organisaties denk ik, omdat het de journalistiek echt leidend maakt in de bedrijfsvoering. Maar ik zie ook wel wat gevaren. Het model van Puck is vooral interessant voor journalisten met enige bekendheid en een groot eigen publiek. Zo krijgen ze bonussen voor abonnees die binnengehaald worden op hun verhalen. Maar hoe zit dat met journalisten onder aan de ladder die die status nog op moeten bouwen?
Vergeten link. Ik opende mijn nieuwsbrief vorige week met het succesverhaal van de Manchester Mill, een lokale nieuwsbrief die inmiddels zichzelf kan bedruipen. Bij het teruglezen, kwam ik erachter dat ik de link naar het interview met oprichter Joshi Hermann was vergeten toe te voegen. Voor wie het nog wil lezen, bij deze.
Dit was de 25ste editie van Over Morgen. De vorige edities gemist? Hieronder de links naar de drie meest recente: